woensdag 9 januari 2013

De lekkerste oliebollen.

Het is al weer een stukje in januari, maar toch wil ik nog even iets schrijven over ‘de lekkerste oliebollen’. Sinds jaar en dag bakken wij in onze familie oliebollen rond de jaarwisseling. Ik herinner mij dat ik al als heel klein meisje mijn oma mocht helpen met het 'uitzoeken' van de krenten en rozijnen: de stokjes en steentjes uit de geweekte krenten en rozijnen halen. Tegenwoordig hoef je de krenten en rozijnen eigenlijk niet meer te wassen, er zit geen vuil meer in. Vroeger vond je eigenlijk alles wat je ook op de grond vond tussen de gedroogde vruchtjes. Daarbij waren ze zo gedroogd dat je ze wel moest laten ‘wellen’ (zich vol laten zuigen met water), omdat ze anders bijna niet te eten waren. Er werd altijd vol trots een oud vergeeld papiertje op het aanrecht gelegd en met glimogen werd dan verteld dat dit nou het recept was. Het recept komt van mijn over-over-over grootvader, Dirk Gerritszn Das. Om het iets begrijpelijker te maken: de opa van mijn overgrootmoeder.

Deze Dirk Gerritszn Das (1821 – 1900) had een grutterij aan de Twijnstraat 60 in de binnenstad van Utrecht, de Oranjegrutterij. Nu staat er op die plaats een bank (maar wel met een oranje logo). Onlangs vond ik een advertentie in het archief van het Utrechts Dagblad. Laat dat nou net over boekweitmeel gaan! Boekweitmeel is namelijk het geheim van dit recept. Door het boekweitmeel worden de bollen ietsje droger, minder sponzig, meer brood-achtig qua structuur, nemen minder vet op bij het bakken én ze zijn nog vier of vijf dagen na het bakken prima te eten.




Ik heb haar nog goed gekend mijn ‘oudoma’! ze is 96 geworden, een hele bijzondere vrouw.

Het recept geeft natuurlijk geen kinderachtige hoeveelheden. Lekker veel bollen, het is maar 1 keer per jaar oud en nieuw tenslotte (alhoewel mijn eigen moeder het nogal eens presteerde om midden in de zomer deze oliebollen te gaan staan bakken, ze zijn ook zooooo lekker J)



Nu ik nog maar voor ons tweetjes bak neem ik maar een derde van de hoeveelheid. Experimenteer er mee, ook met het boekweitmeel, maar laat het niet weg.

13 ons bloem (liefst van de molen)
2 ons boekweitmeel
½ ons gist
4 ons krenten
4 ons rozijnen
½ ons sucade voor wie dat lekker vindt (brrrrr)
3 ons appel (ik gebruik vaak wel 6 ons)
6 eieren
150 gram boter
Ruim 1 lt melk
Suiker en zout

Laat eerst de boter smelten in de melk. Zorg dat de melk lauw is.
Gebruik het liefst echte gist als je dat kunt krijgen en neem anders een hoogwaardige gedroogde vervanger (gist van bioreal werkt prima).
Zeef de bloem, de bollen worden luchtiger.
Laat het deeg twee keer rijzen! De eerste keer een half uur, dan het beslag weer doorslaan en dan nog een uur.
Volg verder de gangbare receptuur voor het bakken van oliebollen.

Ik zou zeggen: Smakelijk eten en vergrijp je er een keertje aan op een heerlijke zomeravond!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten