Deze Dirk Gerritszn Das (1821 – 1900) had een grutterij aan
de Twijnstraat 60 in de binnenstad van Utrecht, de Oranjegrutterij. Nu staat er
op die plaats een bank (maar wel met een oranje logo). Onlangs vond ik een
advertentie in het archief van het Utrechts Dagblad. Laat dat nou net over
boekweitmeel gaan! Boekweitmeel is namelijk het geheim van dit recept. Door het
boekweitmeel worden de bollen ietsje droger, minder sponzig, meer brood-achtig
qua structuur, nemen minder vet op bij het bakken én ze zijn nog vier of vijf
dagen na het bakken prima te eten.
Ik heb haar nog goed gekend mijn ‘oudoma’! ze is 96 geworden,
een hele bijzondere vrouw.
Het recept geeft natuurlijk geen kinderachtige hoeveelheden.
Lekker veel bollen, het is maar 1 keer per jaar oud en nieuw tenslotte
(alhoewel mijn eigen moeder het nogal eens presteerde om midden in de zomer
deze oliebollen te gaan staan bakken, ze zijn ook zooooo lekker J)
Nu ik nog maar voor ons tweetjes bak neem ik maar een derde van de hoeveelheid. Experimenteer er mee, ook met het boekweitmeel, maar laat het niet weg.
13 ons bloem (liefst van de molen)
2 ons boekweitmeel
½ ons gist
4 ons krenten
4 ons rozijnen
½ ons sucade voor wie dat lekker vindt (brrrrr)
3 ons appel (ik gebruik vaak wel 6 ons)
6 eieren
150 gram boter
Ruim 1 lt melk
Suiker en zout
Laat eerst de boter smelten in de melk. Zorg dat de melk lauw
is.
Gebruik het liefst echte gist als je dat kunt krijgen en
neem anders een hoogwaardige gedroogde vervanger (gist van bioreal werkt prima).
Zeef de bloem, de bollen worden luchtiger.
Laat het deeg twee keer rijzen! De eerste keer een half uur,
dan het beslag weer doorslaan en dan nog een uur.
Volg verder de gangbare receptuur voor het bakken van
oliebollen.
Ik zou zeggen: Smakelijk eten en vergrijp je er een keertje
aan op een heerlijke zomeravond!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten